“De kunstenaar navelstaart op het wezen dat hij of zij is. In een voortdurende verwondering geketend draagt hij of zij elke schakel als een reflectie van zichzelf, een reflectie van onvolledig zijn, een reflectie van volledigheid binnen het moment van kunstenaar zijn. In sommige gevallen blijft het bij navelstaren maar dan bevat het werk niet...
“Zoals de sfinx herrijst uit destructie zo vernieuwt het levende zich doorheen materieloosheid, mens tussen het zijnde en het niet zijnde.” – Tess Deleu